Rodion Koezmin

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Rodion Osievitsj Kuzmin (Russisch: Родион Осиевич Кузьмин) (Vitebsk, 10 november/22 november 1891 - Leningrad, 24 maart 1949) was een vroeg-twintigste-eeuws Russisch wiskundige.

Kuzmin is bekend omdat hij in 1930 bewees dat het getal

een transcendent getal is.

In 1919 gaf David Hilbert een lezing over de getaltheorie, waar hij over drie vermoedens: de Riemann-hypothese, de Laatste stelling van Fermat, en de transcendentie van 2√2. Hij vertelde het publiek dat hij niet verwachtte dat een van aanwezigen bij de lezing lang genoeg zou leven om het bewijs van de transcendentie van 2√2 mee te maken.[1] Het bewijs van de transcendentie van dit getal werd echter al ruim tien jaar later, in 1930 door Kuzmin gegeven. Kuzmin bewees het geval, waar de exponent b een reële kwadratische irrationaal is. Dit resultaat werd later tot willekeurige algebraïsche irrationale getallen b uitgebreid door Aleksander Gelfond.

Voetnoten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. (de) David Hilbert, Natur und mathematisches Erkennen:. Vorlesungen, gehalten 1919-1920.

Werken[bewerken | brontekst bewerken]

  • (ru) R.O. Kuzmin, On a new class of transcendental numbers, Izvestiya Akademii Nauk SSSR, Ser. matem., vol 7, 1930, blz. 585–597